设为首页 加入收藏

TOP

Gardasil suspensie voor injectie
2015-01-21 21:19:03 来源: 作者: 【 】 浏览:708次 评论:0

Drug Class Description

Viraal vaccin

Generic Name

Humaan papillomavirusvaccin

Drug Description

1 dosis (0,5 ml) bevat ongeveer: Humaan papillomavirus1 type 6 L1 eiwit2,3 20 microgram Humaan papillomavirus1 type 11 L1 eiwit2,3 40 microgram Humaan papillomavirus1 type 16 L1 eiwit2,3 40 microgram Humaan papillomavirus1 type 18 L1 eiwit2,3 20 microgram. 1 Humaan papillomavirus = HPV. 2 L1 eiwit in de vorm van virusachtige deeltjes, geproduceerd in gistcellen (Saccharomyces cerevisiae CANADE 3C-5 (stam 1895)) door recombinante DNA-technologie.3 geadsorbeerd op amorf aluminiumhydroxyfosfaat sulfaat adjuvans (225 microgram Al).

Presentation

Humaan papillomavirusvaccin [type 6, 11, 16, 18] (recombinant, geadsorbeerd).Suspensie voor injectie. Vóór het schudden kan Gardasil er als een heldere vloeistof met een witte neerslag uitzien. Na goed schudden is Gardasil een witte, troebele vloeistof.

Indications

Gardasil is een vaccin ter preventie van hooggradige cervicale dysplasie (CIN 2/3), cervixkanker, hooggradige vulvaire dysplastische laesies (VIN 2/3) en externe genitale wratten (condylomata acuminata) als gevolg van humaan papillomavirus (HPV) typen 6, 11, 16 en 18. De indicatie is gebaseerd op het aantonen van de werkzaamheid van Gardasil bij volwassen vrouwen van 16 tot 26 jaar en op het aantonen van de immunogeniciteit van Gardasil bij 9- tot 15-jarige kinderen en adolescenten. Beschermende werkzaamheid is niet geëvalueerd bij mannen. Het gebruik van Gardasil dient te gebeuren in overeenstemming met officiële aanbevelingen.

Adult Dosage

De primaire vaccinatiereeks bestaat uit 3 afzonderlijke doses van 0,5 ml, toegediend overeenkomstig het volgende schema: 0, 2, 6 maanden. Als een ander vaccinatieschema noodzakelijk is, dient de tweede dosis ten minste één maand na de eerste dosis te worden toegediend en de derde dosis dient ten minste 3 maanden na de tweede dosis te worden toegediend. De drie doses dienen allemaal binnen een periode van 1 jaar te worden gegeven. De behoefte aan een boosterdosis werd niet vastgesteld. Het vaccin dient door middel van een intramusculaire injectie te worden toegediend. Bij voorkeur wordt het toegediend in de deltaspier van de bovenarm of in het hogere anterolaterale gebied van de dij. Gardasil mag niet intravasculair worden geïnjecteerd. Subcutane en intradermale toediening zijn niet bestudeerd en worden dan ook niet aanbevolen.

Child Dosage

Gardasil wordt niet aanbevolen voor gebruik bij kinderen jonger dan 9 jaar, omdat er onvoldoende gegevens zijn over de immunogeniciteit, veiligheid en de werkzaamheid.

Contra Indications

Overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of voor een van de hulpstoffen. Personen die na toediening van een dosis Gardasil symptomen ontwikkelen die op overgevoeligheid wijzen, mogen geen volgende doses van Gardasil toegediend krijgen. Bij personen die aan een acute ernstige ziekte lijden, gepaard gaand met koorts, dient de toediening van Gardasil te worden uitgesteld. De aanwezigheid van een lichte infectie, zoals een milde hogereluchtweginfectie of matige koorts, vormt echter geen contra-indicatie voor immunisatie.

Special Precautions

Zoals met alle injecteerbare vaccins, dient adequate medische behandeling direct beschikbaar te zijn voor het geva l dat een zeldzame anafylactische reactie optreedt na toediening van het vaccin. Zoals met alle vaccins is het mogelijk dat een vaccinatie met Gardasil niet bij alle gevaccineerden in bescherming resulteert. Ook biedt Gardasil enkel bescherming tegen ziekten die door HPV typen 6, 11, 16 en 18 worden veroorzaakt. Daarom dient men geschikte voorzorgsmaatregelen tegen seksueel overdraagbare aandoeningen te blijven gebruiken. Van Gardasil werd niet aangetoond dat het een therapeutisch effect heeft. Daarom is het vaccin niet bedoeld voor de behandeling van cervixkanker, hooggradige cervicale vulvaire en vaginale dysplastische laesies of genitale wratten. Het is ook niet bedoeld ter preventie van progressie van andere vastgestelde HPV-gerelateerde laesies. Vaccinatie is geen substituut voor de routinematige cervicale screening. Aangezien geen enkel vaccin 100% effectief is en Gardasil geen bescherming biedt tegen HPV-typen die niet in het vaccin zitten of tegen bestaande HPV-infecties blijft een routinematige cervicale screening uitermate belangrijk en dient deze lokale aanbevelingen te volgen. Er zijn geen gegevens over het gebruik van Gardasil bij personen met een verzwakte immuunrespons. Personen met een verzwakte immuunrespons – als gevolg van krachtige immunosuppressieve therapie, een genetische stoornis, een infectie met het Humaan Immunodeficiëntievirus (HIV) of een andere oorzaak – kunnen mogelijk niet reageren op het vaccin. Dit vaccin dient met voorzichtigheid te worden toegediend bij personen met trombocytopenie of een bloedstollingsstoornis, omdat bij deze personen een bloeding kan optreden na een intramusculaire toediening. De duur van bescherming is momenteel niet bekend. Aanhoudende beschermende werkzaamheid werd gedurende 4,5 jaar na voltooiing van de reeks van 3 doses waargenomen. Langere termijn follow-up onderzoeken lopen momenteel.

Interactions

Voor alle klinische onderzoeken werden personen uitgesloten die tijdens de 6 maanden voorafgaand aan de eerste vaccindosis immunoglobuline of producten op basis van bloed hadden gekregen. Gebruik in combinatie met andere vaccins De toediening van Gardasil op hetzelfde moment (maar voor geïnjecteerde vaccins op een verschillende injectieplaats) als hepatitis-B-(recombinant)vaccin had geen invloed op de immuunrespons op de HPVtypen. Het percentage seroprotectie (verhouding van personen die een seroprotectief niveau voor anti-HBs van >10 mIU/ml bereiken) werd niet beïnvloed (96,5% voor gelijktijdige vaccinatie en 97,5% voor alleen het hepatitis-B-vaccin). De geometrische gemiddelde anti-HB-antilichaamtiters waren lager bij gelijktijdige toediening, maar de klinische relevantie van deze waarneming is niet bekend. De gelijktijdige toediening van Gardasil met andere vaccins dan het hepatitis-B-(recombinant)vaccin is niet bestudeerd. Gebruik in combinatie met hormonale anticonceptiva In klinische onderzoeken gebruikte 57,5% van de vrouwen (van 16 tot 26 jaar) die Gardasil toegediend kregen een hormonaal anticonceptivum. Het gebruik van hormonale anticonceptiva bleek geen invloed te hebben op de immuunrespons op Gardasil. Zwangerschap en borstvoeding Er zijn geen specifieke onderzoeken met het vaccin bij zwangere vrouwen uitgevoerd. Tijdens het klinische ontwikkelingsprogramma voorafgaand aan de vergunning werd er echter bij 2.266 vrouwen (vaccin = 1.115 tegenover placebo = 1.151) ten minste één zwangerschap gerapporteerd. In totaal was het aantal zwangerschappen met een negatieve uitkomst bij proefpersonen die Gardasil kregen vergelijkbaar met dat van proefpersonen die een placebo kregen. Bij zwangerschappen die waarschijnlijk binnen de 30 dagen na de vaccinatie ontstonden, werden 5 geva llen van congenitale anomalie waargenomen bij de groep die Gardasil kreeg ten opzichte van 0 geva llen van congenitale anomalie bij de groep die een placebo kreeg. Bij zwangerschappen daarentegen die meer dan 30 dagen na vaccinatie ontstonden, werden 10 geva llen van congenitale anomalie waargenomen bij de groep die Gardasil kreeg ten opzichte van 16 geva llen van congenitale anomalie bij de groep die een placebo kreeg. De typen anomalie die werden waargenomen, kwamen overeen met de typen anomalie die over het algemeen bij een zwangerschap van vrouwen van 16 tot 26 jaar worden waargenomen. Experimenteel onderzoek bij dieren duidt niet op directe of indirecte schadelijke effecten op de zwangerschap, de ontwikkeling van het embryo/de foetus, de beva lling of de postnatale ontwikkeling. De gegevens over toediening van Gardasil tijdens de zwangerschap gaven geen veiligheidssignaal aan. Deze gegevens zijn echter onvoldoende om het gebruik van Gardasil tijdens de zwangerschap aan te bevelen. Daarom dient vaccinatie te worden uitgesteld tot na de zwangerschap. Tijdens de vaccinatieperiode van de klinische onderzoeken kregen in totaal 995 moeders die borstvoeding gaven Gardasil of een placebo toegediend. De percentages met bijwerkingen bij de moeders en de zuigelingen die borstvoeding kregen van de vaccinatie- en de placebogroep waren vergelijkbaar. Bovendien was de immunogeniciteit van het vaccin bij moeders die wel borstvoeding gaven vergelijkbaar met de immunogeniciteit bij vrouwen die geen borstvoeding gaven in de periode van toediening van het vaccin. Gardasil kan worden toegediend aan vrouwen die borstvoeding geven.

Adverse Reactions

In 5 klinische onderzoeken (waarvan 4 placebogecontroleerd) kregen proefpersonen Gardasil of een placebo toegediend op de dag van opname in de studie en ongeveer 2 en 6 maanden erna. Er waren weinig proefpersonen (0,2%) die de deelname aan de studie vanwege bijwerkingen hebben stopgezet. De veiligheid werd in ofwel de hele studiepopulatie (4 onderzoeken) of in een vooraf bepaalde subgroep (één studie) van de studiepopulatie met behulp van een vaccinatierapportagekaart (VRK) gedurende 14 dagen na elke injectie met Gardasil of een placebo geëvalueerd. De proefpersonen die aan de hand van een VRK werden gevolgd, omvatten 6.160 proefpersonen (5.088 vrouwen van 9 tot 26 jaar en 1.072 mannen van 9 tot 15 jaar bij opname in de klinische studie) die Gardasil kregen en 4.064 proefpersonen die een placebo kregen. De volgende vaccingerelateerde bijwerkingen werden waargenomen bij personen die Gardasil kregen bij een frequentie van ten minste 1,0% en ook bij een grotere frequentie dan waargenomen bij personen die een placebo kregen. Ze worden gerangschikt volgens frequentie aan de hand van de volgende conventie: [Zeer vaak (=1/10); vaak (=1/100, <1/10); soms (=1/1.000, <1/100); zelden (=1/10.000, <1/1.000); zeer zelden (<1/10.000), met inbegrip van meldingen van geïsoleerde geva llen] Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen: Zeer vaak: pyrexia. Zeer vaak: op de injectieplaats: erytheem, pijn, zwelling.Vaak: op de injectieplaats: bloeding, pruritus.Bovendien werden in klinische onderzoeken bijwerkingen, waarvan de studieonderzoeker oordeelde dat die vaccin- of placebo-gerelateerd waren, waargenomen in frequenties van minder dan 1%: Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen: Zeer zelden: bronchospasme Huid- en onderhuidaandoeningen: Zelden: urticaria Zeven geva llen (0,06%) van urticaria werden gerapporteerd in de Gardasil-groep en 17 geva llen (0,18%) werden waargenomen in de adjuvant bevattende placebogroep. In de klinische onderzoeken rapporteerden personen in de Veiligheids Populatie geen nieuwe medische condities gedurende de follow-up van 4 jaar. Onder 11.813 personen die Gardasil en 9.701 personen die een placebo ontvingen, werden 8 geva llen van niet-specifieke arthritis gerapporteerd; 6 in de Gardasil groep en 2 in de placebogroep.

Manufacturer

Sanofi Pasteur MSD 
以下是“全球医药”详细资料
Tags: 责任编辑:admin
】【打印繁体】【投稿】【收藏】 【推荐】【举报】【评论】 【关闭】 【返回顶部
分享到QQ空间
分享到: 
上一篇Zyprexa 下一篇Losec®

相关栏目

最新文章

图片主题

热门文章

推荐文章

相关文章

广告位