设为首页 加入收藏

TOP

Revlimid harde capsules
2014-04-06 20:59:50 来源: 作者: 【 】 浏览:691次 评论:0

Drug Class Description

Immunomodulator

Generic Name

Lenalidomide

Drug Description

Harde capsule. Witte capsules, met “REV 5 mg” erop gedrukt.Blauwgroene/lichtgele capsules, met “REV 10 mg” erop gedrukt. Lichtblauwe/witte capsules, met “REV 15 mg” erop gedrukt.Witte capsules, met “REV 25 mg” erop gedrukt.

Presentation

Revlimid 5 mg harde capsules - Elke capsule bevat 5 mg lenalidomide. Hulpstof: Elke capsule bevat 147 mg watervrije lactose. Revlimid 10 mg harde capsules - Elke capsule bevat 10 mg lenalidomide. Hulpstof: Elke capsule bevat 294 mg watervrije lactose. Revlimid 15 mg harde capsules - Elke capsule bevat 15 mg lenalidomide. Hulpstof: Elke capsule bevat 289 mg watervrije lactoseRevlimid 25 mg harde capsules - Elke capsule bevat 25 mg lenalidomide. Hulpstof: Elke capsule bevat 200 mg watervrije lactose.

Indications

Revlimid in combinatie met dexamethason is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met multipel myeloom die eerder minimaal één andere behandeling hebben gehad.

Adult Dosage

De behandeling moet worden gestart en bewaakt onder toezicht van artsen met ervaring in het behandelen van multipel myeloom (MM). Toediening Revlimid capsules dienen elke dag op ongeveer hetzelfde tijdstip te worden ingenomen. De capsules mogen niet worden gebroken en er mag niet op worden gekauwd. De capsules moeten in hun geheel worden doorgeslikt, bij voorkeur met water. De capsules kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen. Als na het vergeten van een dosis minder dan 12 uur is verstreken, kan de patiënt de dosis alsnog innemen. Als er meer dan 12 uur is verstreken na het vergeten van een dosis op het normale tijdstip, moet de patiënt de dosis niet meer innemen, maar de volgende dosis de volgende dag op het normale tijdstip innemen. Aanbevolen dosis De aanbevolen aanvangsdosis lenalidomide bedraagt eenmaal per dag oraal 25 mg op dag 1 - 21 van herhaalde cycli van 28 dagen. De aanbevolen dosis dexamethason is eenmaal per dag oraal 40 mg op dag 1-4, 9-12 en 17-20 van elke cyclus van 28 dagen gedurende de eerste 4 behandelcycli en vervolgens eenmaal per dag 40 mg op dag 1-4 van elke cyclus van 28 dagen. Op basis van de klinische bevindingen en de laboratoriumuitslagen wordt de dosering voortgezet of aangepast (zie Speciale Voorzorgsmaatregelen). De behandeling met lenalidomide mag niet worden gestart als het absolute aantal neutrofielen (Absolute Neutrophil Count, ANC) < 1,0 x 109/l en/of het aantal trombocyten < 75 x 109/l of afhankelijk van de infiltratie van beenmerg door plasmacellen - het aantal trombocyten < 30 x 109/l is. Aanbevolen dosisaanpassingen tijdens behandeling en opnieuw starten van de behandeling Aanpassingen van de dosis, zoals hieronder aangegeven, worden aanbevolen bij neutropenie graad 3 of 4 of trombocytopenie graad 3 of 4, of bij andere toxiciteit graad 3 of 4 die geacht wordt verband te houden met lenalidomide. • Stappen dosisverlaging Aanvangsdosis 25 mg Dosisniveau 1 15 mg Dosisniveau 2 10 mg Dosisniveau 3 5 mg • Aantal trombocyten Trombocytopenie Verandering aantal trombocyten Eerste afname tot < 30 x 109/l Herstel tot = 30 x 109/l Aanbevolen handelswijze Behandeling met lenalidomide onderbreken Behandeling met lenalidomide hervatten met dosisniveau 1 Voor elke volgende afname tot lager dan 30 x109/l Herstel tot = 30 x 109/l Behandeling met lenalidomide onderbreken Behandeling met lenalidomide hervatten met het eerst lagere dosisniveau (dosisniveau 2 of 3) eenmaal per dag. Verlaag de dosis niet verder dan tot eenmaal per dag 5 mg. • Absoluut aantal neutrofielen (ANC) Neutropenie Verandering aantal neutrofielen Aanbevolen handelswijze Eerste afname tot < 0,5 x 109/l Behandeling met lenalidomide onderbreken Herstel tot = 0,5 x 109/l wanneer neutropenie Behandeling met lenalidomide hervatten de enige waargenomen toxiciteit is met eenmaal per dag de aanvangsdosis Herstel tot = 0,5 x 109/l wanneer Behandeling met lenalidomide hervatten dosisafhankelijke hematologische toxiciteiten met eenmaal per dag dosisniveau 1 anders dan neutropenie zijn waargenomen Voor elke volgende afname tot lager dan Behandeling met lenalidomide < 0,5 x 109/l onderbreken Herstel tot = 0,5 x 109/l Behandeling met lenalidomide hervatten met het eerst lagere dosisniveau (dosisniveau 2 of 3) eenmaal per dag. Verlaag de dosis niet verder dan tot eenmaal per dag 5 mg. De arts dient in geva l van neutropenie bij de behandeling van patiënten het gebruik van groeifactoren te overwegen. Toepassing bij patiënten met verminderde nierfunctie Lenalidomide wordt hoofdzakelijk door de nieren uitgescheiden, daarom is het van belang de dosis zorgvuldig te kiezen en wordt aanbevolen de nierfunctie te bewaken. De volgende dosisaanpassingen worden bij aanvang van de behandeling aanbevolen voor patiënten met een verminderde nierfunctie. Nierfunctie (CLcr) Dosisaanpassing Milde nierfunctiestoornis (CLcr = 50 ml/min) 25 mg eenmaal per dag (volledige dosis) Matige nierfunctiestoornis (30 = CLcr < 50 ml/min) 10 mg eenmaal per dag* Ernstige nierfunctiestoornis (CLcr < 30 ml/min, zonder noodzaak van dialyse) 15 mg om de dag Terminale nieraandoening (End Stage Renal Disease, ESRD) (CLcr < 30 ml/min, dialyse noodzakelijk) 15 mg, 3 maal per week, telkens na dialyse * De dosis kan na 2 cycli worden verhoogd tot eenmaal per dag 15 mg als de patiënt niet reageert op de behandeling en de behandeling goed verdraagt. Toepassing bij patiënten met verminderde leverfunctie Er is geen officieel onderzoek uitgevoerd naar lenalidomide bij patiënten met een verminderde leverfunctie en er zijn geen specifieke doseringsaanbevelingen.

Child Dosage

Er is geen ervaring bij kinderen en adolescenten. Daarom dient lenalidomide niet te worden toegepast bij kinderen van 0-17 jaar.

Elderly Dosage

Er is geen onderzoek uitgevoerd naar het effect van de leeftijd op de farmacokinetiek van lenalidomide. Lenalidomide is in klinische onderzoeken toegepast bij patiënten met multipel myeloom tot 86 jaar oud (zie rubriek 5.1). Het percentage patiënten van 65 jaar of ouder was in de lenalidomide/dexamethason-groep niet significant verschillend van dat in de placebo/dexamethasongroep. Er is geen algemeen verschil in veiligheid en werkzaamheid waargenomen tussen deze patiënten en jongere patiënten, maar een grotere predispositie bij individuele oudere personen kan niet worden uitgesloten. Omdat oudere patiënten vaker een verminderde nierfunctie hebben, dient de dosis zorgvuldig gekozen te worden en is het verstandig om de nierfunctie te bewaken.

Contra Indications

• Zwangere vrouwen. • Vrouwen die zwanger kunnen worden, tenzij wordt voldaan aan alle voorwaarden van het Programma ter voorkoming van zwangerschap (zie Speciale Voorzorgsmaatregelen en Interacties). • Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen.

Special Precautions

Waarschuwing met betrekking tot zwangerschap Lenalidomide is structureel verwant aan thalidomide. Thalidomide is een bekende bij de mens teratogene werkzame stof die ernstige levensbedreigende aangeboren afwijkingen veroorzaakt. Als lenalidomide tijdens de zwangerschap wordt gebruikt, kan een teratogeen effect van lenalidomide niet worden uitgesloten. Alle patiënten moeten voldoen aan de voorwaarden van het Programma ter voorkoming van zwangerschap, tenzij er betrouwbaar bewijs is dat de patiënt niet zwanger kan worden. Criteria voor vrouwen die niet zwanger kunnen worden Een vrouwelijke patiënt of een vrouwelijke partner van een mannelijke patiënt wordt geacht zwanger te kunnen worden, tenzij zij aan ten minste één van de volgende criteria voldoet: • Leeftijd = 50 jaar en door natuurlijke oorzaak = 1 jaar niet gemenstrueerd* • Prematuur falen van de ovariumfunctie, bevestigd door een gynaecoloog • Eerdere bilaterale salpingo-oöforectomie of hysterectomie • XY-genotype, Turner-syndroom, agenesie van de uterus. * Het uitblijven van de menstruatie na kankertherapie sluit de mogelijkheid van zwangerschap niet uit. Counseling Bij vrouwen die zwanger kunnen worden, is lenalidomide gecontra-indiceerd, tenzij aan alle volgende criteria wordt voldaan: • De patiënt begrijpt het potentiële teratogene risico voor het ongeboren kind • Zij begrijpt de noodzaak van effectieve contraceptie, zonder onderbreking, vanaf vier weken vóór aanvang van de behandeling, gedurende de hele behandeling en tot 4 weken na het einde van de behandeling • Zelfs als een vrouw die zwanger kan worden, niet menstrueert, moet zij alle adviezen met betrekking tot effectieve contraceptie opvolgen • Zij moet in staat zijn zich te houden aan effectieve anticonceptiemaatregelen • Zij is geïnformeerd over de potentiële gevolgen van zwangerschap en over de noodzaak om snel een arts te raadplegen wanneer er een kans op zwangerschap bestaat, en zij begrijpt deze informatie • Zij begrijpt de noodzaak om de behandeling te beginnen zodra lenalidomide na een negatieve zwangerschapstest is afgeleverd • Zij begrijpt de noodzaak om - behalve bij bevestigde tubaire sterilisatie - eenmaal per 4 weken een zwangerschapstest te ondergaan en stemt ermee in dat dit gebeurt • Zij bevestigt dat ze de gevaren en noodzakelijke voorzorgsmaatregelen die gepaard gaan met het gebruik van lenalidomide begrijpt. Er zijn geen klinische gegevens voorhanden over de aanwezigheid van lenalidomide in het sperma van mannelijke patiënten die lenalidomide gebruiken. Mannelijke patiënten die lenalidomide gebruiken, moeten aan de volgende voorwaarden voldoen: • Zij moeten het potentiële teratogene risico begrijpen wanneer zij seksueel contact hebben met een vrouw die zwanger kan worden • Zij moeten de noodzaak begrijpen om een condoom te gebruiken als zij seksueel contact hebben met een vrouw die zwanger kan worden. Degene die het geneesmiddel voorschrijft, moet zich bij vrouwen die zwanger kunnen worden van de volgende zaken verzekeren: • De patiënt voldoet aan de voorwaarden van het Programma ter voorkoming van zwangerschap, inclusief een bevestiging dat zij deze voorwaarden voldoende heeft begrepen • De patiënt heeft de hierbovengenoemde voorwaarden bevestigd Contraceptie Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten vanaf 4 weken vóór aanvang van de behandeling, gedurende de behandeling en tot 4 weken na de behandeling met lenalidomide, en zelfs bij onderbreking van de dosering, een effectieve anticonceptiemethode toepassen, tenzij de patiënt zich verplicht tot volledige en voortdurende onthouding, waarbij deze verplichting maandelijks bevestigd moet worden. Als de patiënt nog geen effectieve contraceptie toepast, moet deze voor advies over contraceptie worden doorverwezen naar een professionele zorgverlener die geschoold is op dit gebied, zodat contraceptie kan worden gestart. De volgende methoden kunnen worden beschouwd als voorbeelden van geschikte anticonceptiemethoden: • Implantaat • Spiraaltje waaruit levonorgestrel vrijkomt (intra-uterien systeem, IUS) • Depot medroxyprogesteronacetaat • Tubaire sterilisatie • Uitsluitend geslachtsgemeenschap met een mannelijke partner die is gesteriliseerd d.m.v. vasectomie, waarbij de vasectomie moet worden bevestigd door twee negatieve spermaonderzoeken • Ovulatieremmende anticonceptiepil met alleen progesteron (d.w.z. desogestrel) Vanwege het verhoogde risico op veneuze trombo-embolie bij patiënten met multipel myeloom die lenalidomide en dexamethason gebruiken, worden gecombineerde orale anticonceptiva niet aangeraden (zie ook Interacties). Als de patiënt momenteel een gecombineerd oraal anticonceptivum gebruikt, dient deze over te gaan op één van de effectieve anticonceptiemethoden die hierboven staan vermeld. Het risico op veneuze trombo-embolie blijft na het stoppen met een gecombineerd oraal anticonceptivum nog 4-6 weken voortduren. De werkzaamheid van contraceptieve steroïden kan verminderd zijn tijdens gelijktijdige behandeling met dexamethason (zie Interacties). Implantaten en levonorgestrel-hormoonspiraaltjes zijn geassocieerd met een verhoogd risico op infectie bij het inbrengen en onregelmatige vaginale bloedingen. Profylactische antibiotica dienen te worden overwogen, in het bijzonder bij patiënten met neutropenie. Spiraaltjes waaruit koper vrijkomt, worden over het algemeen niet aangeraden vanwege het potentiële risico op infectie bij het inbrengen en menstrueel bloedverlies, hetgeen gevaarlijk kan zijn voor patiënten met neutropenie of trombocytopenie. Zwangerschapstesten In overeenstemming met de lokale aanbevelingen moeten zwangerschapstesten met een minimale gevoeligheid van 25 mIE/ml onder medisch toezicht worden uitgevoerd bij vrouwen die zwanger kunnen worden, zoals hieronder aangegeven. Deze eis geldt ook voor vrouwen die zwanger kunnen worden en volledige en voortdurende onthouding betrachten. In het ideale geva l worden de zwangerschapstest, het voorschrijven en de verstrekking van het geneesmiddel op één en dezelfde dag uitgevoerd. De verstrekking van lenalidomide aan vrouwen die zwanger kunnen worden, dient binnen 7 dagen na het voorschrijven plaats te vinden. Voorafgaand aan het starten van de behandeling Een zwangerschapstest moet onder medisch toezicht worden uitgevoerd tijdens het bezoek aan de arts waarbij lenalidomide wordt voorgeschreven, of in de 3 dagen voorafgaand aan het bezoek aan de voorschrijvend arts als de patiënt gedurende ten minste 4 weken effectieve contraceptie heeft toegepast. De test moet verzekeren dat de patiënt niet zwanger is wanneer zij begint met de behandeling met lenalidomide. Follow-up en einde van behandeling Behalve bij bevestigde tubaire sterilisatie moet om de vier weken opnieuw een zwangerschapstest worden uitgevoerd onder medisch toezicht, inclusief 4 weken na het einde van de behandeling. De zwangerschapstesten dienen te worden uitgevoerd op de dag van het bezoek aan de voorschrijvend arts of in de drie daaraan voorafgaande dagen. Mannen Het is niet bekend of lenalidomide aanwezig is in sperma. Daarom moeten alle mannelijke patiënten tijdens de hele behandelingsduur, tijdens onderbreking van de dosering en gedurende 1 week na het einde van de behandeling een condoom gebruiken als hun partner zwanger kan worden en geen contraceptie toepast. Aanvullende voorzorgsmaatregelen Patiënten moeten voorgelicht worden om dit geneesmiddel nooit aan iemand anders te geven en om alle ongebruikte capsules aan het einde van de behandeling in te leveren bij de apotheek. Patiënten mogen gedurende de behandeling en gedurende 1 week na het staken van de behandeling met lenalidomide geen bloed- of spermadonor zijn. Voorlichtingsmateriaal Om patiënten te helpen ervoor te zorgen dat er geen foetus wordt blootgesteld aan lenalidomide zal de houder van de vergunning voor het in de handel brengen voorlichtingsmateriaal leveren aan professionele zorgverleners, om de waarschuwingen over de potentiële teratogeniciteit van lenalidomide opnieuw te benadrukken, om advies te geven over contraceptie vóór aanvang van de behandeling en begeleiding te geven met betrekking tot de noodzaak van zwangerschapstesten. De arts moet de volledige informatie voor de patiënt over het potentiële teratogene risico en de strenge maatregelen ter voorkoming van zwangerschap, zoals die zijn beschreven in het Programma ter voorkoming van zwangerschap, geven aan vrouwen die zwanger kunnen worden en, indien van toepassing, aan mannelijke patiënten. Overige bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Veneuze trombo-embolie De combinatie van lenalidomide en dexamethason is bij patiënten met multipel myeloom geassocieerd met een verhoogd risico op diepe veneuze trombose (DVT) en longembolie (pulmonale embolie, PE) (zie Interacties en Ongunstige Reacties). Gelijktijdige toediening van erytropoëtische middelen of een voorgeschiedenis van DVT kan het risico op trombose bij deze patiënten ook verhogen. Daarom dient voorzichtigheid in acht te worden genomen bij het gebruik van erytropoëtische middelen, of andere middelen die het risico op trombose kunnen verhogen zoals hormoonvervangingstherapie, bij patiënten met multipel myeloom die lenalidomide met dexamethason krijgen. Een hemoglobineconcentratie boven 13 g/dl dient te leiden tot het stopzetten van de erytropoëtische middelen. Patiënten en artsen wordt aangeraden goed te letten op de tekenen en symptomen van trombo-embolie. Patiënten dienen te worden voorgelicht dat zij medische hulp moeten inroepen als zij symptomen ontwikkelen zoals kortademigheid, pijn op de borst of zwelling van armen of benen. Profylaxe met antitrombosemiddelen, zoals laagmoleculaire heparines of warfarine, dient te worden aanbevolen, in het bijzonder voor patiënten met bijkomende risicofactoren voor trombose. De beslissing om profylactische antitrombosemaatregelen te nemen, moet voor elke patiënt afzonderlijk worden genomen na zorgvuldige beoordeling van de onderliggende risicofactoren. Neutropenie en trombocytopenie De combinatie van lenalidomide en dexamethason is bij patiënten met multipel myeloom geassocieerd met een hogere incidentie van neutropenie graad 4 (5,1% bij patiënten die werden behandeld met lenalidomide/dexamethason, vergeleken met 0,6% bij patiënten behandeld met placebo/dexamethason; zie Ongunstige Reacties). Episodes met febriele neutropenie graad 4 werden infrequent waargenomen (0,6% bij patiënten die werden behandeld met lenalidomide/dexamethason, vergeleken met 0,0% bij patiënten behandeld met placebo/dexamethason; zie Ongunstige Reacties). Patiënten dienen te worden voorgelicht dat zij febriele episodes direct moeten melden. Het kan nodig zijn de dosis te verlagen (zie Dosering). De arts dient in geva l van neutropenie bij de behandeling van patiënten het gebruik van groeifactoren te overwegen. De combinatie van lenalidomide en dexamethason is bij patiënten met multipel myeloom geassocieerd met een hogere incidentie van trombocytopenie graad 3 en 4 (respectievelijk 9,9% en 1,4% bij patiënten die werden behandeld met lenalidomide/dexamethason, vergeleken met 2,3% en 0,0% bij patiënten behandeld met placebo/dexamethason; zie Ongunstige Reacties). Patiënten en artsen wordt aangeraden goed te letten op tekenen en symptomen van bloedingen, met inbegrip van petechiën en epistaxis. Het kan nodig zijn de dosis te verlagen (zie Dosering). Een volledig bloedbeeld, met inbegrip van differentiële telling van witte bloedcellen, trombocytentelling, hemoglobine- en hematocrietbepaling, moet worden uitgevoerd in de uitgangssituatie, gedurende de eerste 8 weken van de behandeling met lenalidomide elke week en daarna elke maand, om te controleren op cytopenieën. De belangrijkste dosisbeperkende toxiciteiten van lenalidomide zijn neutropenie en trombocytopenie. Daarom is voorzichtigheid geboden bij gelijktijdige toediening van lenalidomide en andere myelosuppressieve middelen. Nierfunctiestoornis Lenalidomide wordt hoofdzakelijk door de nieren uitgescheiden. Daarom is het van belang de dosis zorgvuldig te kiezen en wordt aanbevolen de nierfunctie te bewaken bij patiënten met een nierfunctiestoornis (zie Dosering). Schildklierfunctie Er zijn geva llen van hypothyreoïdie gemeld en controle van de schildklierfunctie dient te worden overwogen. Perifere neuropathie Lenalidomide is structureel verwant aan thalidomide, waarvan bekend is dat het ernstige perifere neuropathie veroorzaakt. Op dit moment kan het neurotoxisch potentieel van lenalidomide dat met lange-termijn gebruik geassocieerd is, niet worden uitgesloten. Tumorlysissyndroom Omdat lenalidomide een anti-neoplastische werking heeft, kunnen complicaties door het tumorlysissyndroom optreden. Risicopatiënten zijn zij die vóór de behandeling een hoge tumorlast hebben. Deze patiënten dienen nauwlettend gevolgd te worden en gepaste maatregelen dienen genomen te worden. Lactose-intolerantie Revlimid capsules bevatten lactose. Patiënten met zeldzame erfelijke aandoeningen als galactoseintolerantie, Lapp lactasedeficiëntie of glucose-galactose malabsorptie dienen dit geneesmiddel niet te gebruiken. Ongebruikte capsules Patiënten moeten voorgelicht worden om dit geneesmiddel nooit aan iemand anders te geven en om alle ongebruikte capsules aan het einde van de behandeling in te leveren bij de apotheek.

Interactions

Bij patiënten met multipel myeloom die lenalidomide en dexamethason krijgen, dient men voorzichtig te zijn met het gebruik van erytropoëtische middelen en andere middelen die het risico op trombose kunnen verhogen zoals hormoonvervangingstherapie (zie Speciale Voorzorgsmaatregelen en Ongunstige Reacties). Orale anticonceptiva Er is geen onderzoek naar interacties met orale anticonceptiva uitgevoerd. Het is bekend dat dexamethason een zwakke tot matig sterke inductor van CYP3A4 is en waarschijnlijk ook andere enzymen en transporteiwitten beïnvloedt. Het kan niet worden uitgesloten dat de werkzaamheid van orale anticonceptiva tijdens de behandeling verminderd kan zijn. Er moeten effectieve maatregelen worden genomen om zwangerschap te voorkomen (zie Speciale Voorzorgsmaatregelen en Interacties). Resultaten van in vitro onderzoek naar de metabolisatie bij de mens geven aan dat lenalidomide niet wordt gemetaboliseerd door cytochroom P450-enzymen, wat erop wijst dat toediening van lenalidomide samen met geneesmiddelen die cytochroom P450-enzymen remmen waarschijnlijk niet leidt tot metabolische geneesmiddeleninteracties bij mensen. In vitro-onderzoeken geven aan dat lenalidomide geen remmend effect heeft op CYP1A2, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2E1 of CYP3A. Warfarine Gelijktijdige toediening van meerdere doses van 10 mg lenalidomide had geen effect op de farmacokinetiek van een enkele dosis R- en S-warfarine. Gelijktijdige toediening van een enkele dosis van 25 mg warfarine had geen effect op de farmacokinetiek van lenalidomide. Het is echter niet bekend of interactie plaatsvindt tijdens klinisch gebruik (gelijktijdige behandeling met dexamethason). Dexamethason is een zwakke tot matig sterke enzyminductor en het effect ervan op warfarine is onbekend. Nauwkeurige controle van de warfarineconcentratie tijdens de behandeling wordt aangeraden. Digoxine Gelijktijdige toediening van 10 mg lenalidomide/dag verhoogde de plasma-blootstelling aan digoxine (0,5 mg, enkele dosis) met 14%, met een BI (betrouwbaarheidsinterval) van 90% [0,52%-28,2%]. Het is onbekend of dit effect anders zal zijn in de therapeutische situatie (hogere doses lenalidomide en gelijktijdige behandeling met dexamethason). Daarom wordt tijdens de behandeling met lenalidomide controle van de digoxineconcentratie aangeraden. Zwangerschap (zie ook Contra-indicaties en Speciale Voorzorgsmaatregelen)Lenalidomide is structureel verwant aan thalidomide. Thalidomide is een bekende bij de mens teratogene werkzame stof die ernstige levensbedreigende aangeboren afwijkingen veroorzaakt. Een teratogeen effect van lenalidomide kan niet worden uitgesloten. Er zijn voor lenalidomide geen klinische gegevens voorhanden over geva llen van gebruik tijdens de zwangerschap. Uit experimenteel onderzoek bij dieren is embryofoetale toxiciteit gebleken. Daarom is lenalidomide gecontra-indiceerd tijdens zwangerschap. Vrouwen die zwanger kunnen worden, moeten een effectieve anticonceptiemethode gebruiken. Als een met lenalidomide behandelde vrouw zwanger wordt, moet de behandeling worden gestopt en moet de patiënt voor beoordeling en advies worden doorverwezen naar een arts die gespecialiseerd of ervaren is in teratologie. Wanneer een partner van een mannelijke patiënt die lenalidomide gebruikt zwanger wordt, wordt aanbevolen de vrouwelijke partner voor beoordeling en advies door te verwijzen naar een arts die gespecialiseerd of ervaren is in teratologie. Er zijn geen klinische gegevens voorhanden over de aanwezigheid van lenalidomide in het sperma van mannelijke patiënten die lenalidomide gebruiken. Daarom moeten mannelijke patiënten die lenalidomide innemen, condooms gebruiken als hun partner zwanger kan worden en geen contraceptie toepast. Borstvoeding Het is niet bekend of lenalidomide wordt uitgescheiden in de moedermelk bij de mens. Daarom dient het geven van borstvoeding te worden gestopt tijdens de behandeling met lenalidomide.

Adverse Reactions

In twee fase III, placebo-gecontroleerde onderzoeken werden 353 patiënten met multipel myeloom blootgesteld aan de combinatie lenalidomide/dexamethason en 351 patiënten aan de combinatie placebo/dexamethason. De mediane duur van de blootstelling aan de onderzoeksbehandeling was in de lenalidomide/dexamethason-groep significant langer (44,0 weken) dan in de placebo/dexamethasongroep (23,1 weken). Het verschil kan worden verklaard door een lager percentage stopzettingen van de onderzoeksbehandeling vanwege een verminderde ziekteprogressie bij de patiënten die werden blootgesteld aan lenalidomide/dexamethason (39,7%) vergeleken met de placebo/dexamethasonpatiënten (70,4%). Bij 325 patiënten (92%) in de lenalidomide/dexamethason-groep trad ten minste één bijwerking op, vergeleken met 288 patiënten (82%) in de placebo/dexamethason-groep. De ernstigste bijwerkingen waren: • Veneuze trombo-embolie (diepe veneuze trombose, longembolie) (zie Speciale Voorzorgsmaatregelen) • Neutropenie graad 4 (zie Speciale Voorzorgsmaatregelen) De meest frequent waargenomen bijwerkingen die significant vaker voorkwamen in de lenalidomide/dexamethason-groep vergeleken met de placebo/dexamethason-groep waren neutropenie (39,4%), vermoeidheid (27,2%), asthenie (17,6%), constipatie (23,5%), spierkramp (20,1%), trombocytopenie (18,4%), anemie (17,0%), diarree (14,2%) en huiduitslag (10,2%). De bijwerkingen die werden waargenomen bij patiënten behandeld met lenalidomide/dexamethason staan hieronder vermeld per systeem-orgaanklasse en frequentie. Binnen elke frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: zeer vaak (= 1/10); vaak (= 1/100, < 1/10); soms (= 1/1.000, < 1/100); zelden (= 1/10.000, < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000 inclusief geïsoleerde meldingen). In de meeste geva llen was er geen significant verschil in incidentie van specifieke bijwerkingen in de twee behandelingsarmen. Alleen de met een * gemarkeerde bijwerkingen kwamen significant vaker voor in de lenalidomide/dexamethason-arm dan in de placebo/dexamethason-arm. Bijwerkingen (Adverse Drug Reactions, ADR’s) waargenomen bij patiënten die werden behandeld met lenalidomide/dexamethason: Onderzoeken Soms: Verlengde protrombinetijd, verleng ing van de geactiveerde partiële tromboplastine tijd, toename van de International Normalised Ratio (INR), verhoogde alkalische fosfatase in het bloed, verhoogd lactaatdehydrogenase in het bloed, verhoogd C-reactieve proteïne, positief voor antilichamen tegen cytomegalovirus Hartaandoeningen Vaak: Atriumfibrillatie, palpitaties Soms: Hartfalen, longoedeem, hartklepinsufficiëntie, atriumfibrilleren, aritmie, ventriculaire trigeminie, bradycardie, tachycardie, verlengd QT-interval, sinustachycardie Congenitale, familiale en genetische aandoeningen Soms: Chromosoomafwijkingen Bloed- en lymfestelselaandoeningenZeer vaak: Neutropenie*, trombocytopenie*, anemie* Vaak: Febriele neutropenie, pancytopenie, leukopenie*, lymfopenie* Soms: Granulocytopenie, hemolytische anemie, autoimmune hemolytische anemie, hemolyse, hypercoagulatie, coagulopathie, monocytopenie, leukocytose, lymfadenopathie Zenuwstelselaandoeningen Vaak: Cerebrovasculair accident, syncope, perifere neuropathie, neuropathie, perifere sensorische neuropathie, duizeligheid, ageusie, dysgeusie, paresthesie, hoofdpijn, tremor*, hypo-esthesie*, slaperigheid, geheugenstoornissen Soms: Intracraniale hemorragie, intracraniale veneuze sinustrombose, beroerte veroorzaakt door trombose, cerebrale ischemie, voorbijgaande ischemische aanval, leuko-encefalopathie, neurotoxiciteit, polyneuropathie, perifere motorische neuropathie, dysesthesie, afonie, dysfonie, aandachtsstoornis, ataxie, evenwichtsstoornissen, posturale duizeligheid, branderig gevoel, pijn in de cervicale wortel, dyskinesie, hyperesthesie, motorische dysfunctie, myasthenisch syndroom, orale paresthesie, psychomotorische hyperactiviteit, anosmie Oogaandoeningen Vaak: Wazig zien, cataract, minder scherp zien, sterker tranende ogen Soms: Blindheid, retina-arteriosclerose, retina-adertrombose, keratitis, gezichtsstoornis, oedeem van het ooglid, conjunctivitis, oogpruritus, rode ogen, oogirritatie, droge ogen Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Vaak: Vertigo Soms: Doofheid, hypoacusie, tinnitus, oorpijn, oorpruritus Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Vaak: Longembolie, dyspnoe*, inspanningsdyspnoe, bronchitis, hoesten, faryngitis, nasofaryngitis, heesheid, hikken Soms: Bronchopneumopathie, astma, ademnood, pulmonale congestie, pleurapijn, nasale congestie, verhoogde keelafscheiding, laryngitis, sinuscongestie, sinuspijn, rinorroe, droge keel Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak: Constipatie, diarree, misselijkheid, gewichtstoename en -afname Vaak: Braken, dyspepsie, pijn in de bovenbuik, gastritis, opgezette buik, buikpijn, stomatitis, droge mond, flatulentie Soms: Hemorragie van het maagdarmkanaal, hemorragie veroorzaakt door een maagdarmzweer, oesofagitis, gastro-oesofageale refluxaandoening, colitis, typhlitis, gastroduodenitis, aptyalisme, proctitis, gastro-enteritis, oesofaguspijn, dysfagie, odynofagie, hemorroïden, epigastrische klachten, afteuze stomatitis, cheilitis, glossodynie, gingivitis, lipzweren, tongzweren, pijn in de mond, tand/kiespijn, gevoelige tanden, tandvleesbloedingen, orale hypo-esthesie, lippijn, beslagen tong Nier- en urinewegaandoeningen Vaak: Nierinsufficiëntie Soms: Acuut nierfalen, urinefrequentie, necrose van de niertubuli, cystitis, hematurie, urineretentie, dysurie, verworven Fanconi-syndroom, urine-incontinentie, polyurie, verhoogd bloedureum, verhoogd bloedcreatinine, nocturie Huid- en onderhuidaandoeningen Zeer vaak: Huiduitslag* Vaak: Gezichtsoedeem, droge huid, pruritus*, erytheem, folliculitis, hyperpigmentatie van de huid, exantheem, overmatige transpiratie, nachtelijk transpireren, alopecia Soms: Erythema nodosum, urticaria, eczeem, erythrosis, erythemateuze huiduitslag, jeukende huiduitslag, papuleuze huiduitslag, hyperkeratose, contusie, fissuren van de huid, acne, dermatitis acneiforme, lichen sclerosus, decubituszweer, pigmentatie van de lip, prurigo, rosacea, lichtovergevoeligheidsreactie, seborroïsche dermatitis, brandend gevoel op de huid, afschilfering van de huid, huidverkleuring Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Zeer vaak: Spierkramp*, spierzwakte Vaak: Steroïdmyopathie, myopathie, myalgie, artralgie, rugpijn, botpijn, pijn in de ledematen, pijn op de borstwand, perifere zwellingen Soms: Osteonecrose, spieratrofie, amyotrofie, pijn in de voeten, spierspasmen, musculoskeletale pijn, nachtelijke krampen, pijn in de lies, kaakpijn, nekpijn, spondylitis, stijfheid van de gewrichten, zwelling van de gewrichten, musculoskeletale stijfheid, klachten aan de ledematen, teenvervorming, lokale zwellingen Endocriene aandoeningen Vaak: Cushingsyndroom-achtige verschijnselen Soms: Bijniersuppressie, bijnierinsufficiëntie, verworven hypothyreoïdie, verhoogd en verlaagd thyroïdstimulerend hormoon, hirsutisme Voedings- en stofwisselingsstoornissen Vaak: Hyperglycemie, anorexia, hypocalciëmie, hypokalïemie, dehydratie, hypomagnesiëmie, vochtretentie Soms: Metabole acidose, diabetes mellitus, hyponatriëmie, hypercalciëmie, hyperuricemie, hypoalbuminemie, cachexie, failure to thrive, jicht, hypofosfatemie, hyperfosfatemie, verhoogde eetlust Infecties en parasitaire aandoeningen Vaak: Pneumonie*, infectie van de onderste luchtwegen, herpes zoster, herpes simplex, infectie van de urinewegen, infectie van de bovenste luchtwegen, sinusitis, orale candidiasis, orale schimmelinfectie Soms: Septische shock, meningitis, neutropenische sepsis, sepsis, door Escherichia veroorzaakte sepsis, door Clostridium difficile veroorzaakte sepsis, door Enterobacter veroorzaakte bacteriëmie, subacute endocarditis, bronchopneumonie, lobaire pneumonie, bacteriële pneumonie, pneumokokken-pneumonie, Pneumocystis carinii-pneumonie, primaire atypische pneumonie, acute bronchitis, luchtweginfectie, herpes zoster ophtalmicus, post-herpetische neuralgie, prostaatinfectie, sinobronchitis, oesofageale candidiasis, infectieve bursitis, erysipelas, cellulitis, tandabces, chronische sinusitis, furunkel, pustulaire huiduitslag, oorinfectie, schimmelinfectie, genitale candidiasis, candida-infectie, influenza, tinea, voetschimmelinfectie, anale wratten Letsels, intoxicaties en verrichtingscomplicaties Soms: Wondcomplicatie Neoplasmata, benigne, maligne en niet-gespecificeerd (inclusief cysten en poliepen) Soms: Basaalcelcarcinoom, glioblastoma multiforme Bloedvataandoeningen Vaak: Diepe veneuze trombose*, veneuze trombose in de ledematen, hypotensie*, hypertensie, orthostatische hypotensie, flushing Soms: Circulatoire collaps, trombose, ischemie, perifere ischemie, intermitterende claudicatie, flebitis, pallor, petechiën, hematoom, postflebetisch syndroom, tromboflebitis, oppervlakkige tromboflebitis Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Zeer vaak: Vermoeidheid*, asthenie*, perifeer oedeem Vaak: Pyrexie, rigor, ontsteking van de slijmvliezen, oedeem, lethargie, malaise Soms: Hyperpyrexie, pijn op de borst, beklemd gevoel op de borst, pijn, moeite met lopen, abnormale gang, dorst, drukkend gevoel op de borst, het koud hebben, zich nerveus voelen, griepachtige verschijnselen, submandibulaire zwelling, vallen, vertraagde genezing Immuunsysteemaandoeningen Soms: Verworven hypogammaglobulinemie Lever- en galaandoeningen Soms: Afwijkende leverfunctietests, verhoogd alanine-aminotransferase, verhoogd aspartaat-aminotransferase, verhoogd bloedbilirubine Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen Vaak: Erectieproblemen, gynaecomastie, metrorragie, tepelpijn Psychische stoornissen Zeer vaak: Slapeloosheid Vaak: Verwardheid, hallucinaties, depressie, agressie, agitatie, stemmingsveranderingen, angst, nervositeit, prikkelbaarheid, stemmingswisselingen Soms: Psychotische stoornis, hypomanie, waanvoorstellingen, veranderingen in de mentale status, slaapstoornissen, abnormale dromen, neerslachtigheid, emotionele labiliteit, lusteloosheid, verminderd libido, nachtmerrie, persoonlijkheidsverandering, paniekaanval, rusteloosheid

Manufacturer

Celgene Europe Ltd 
以下是“全球医药”详细资料
Tags: 责任编辑:admin
】【打印繁体】【投稿】【收藏】 【推荐】【举报】【评论】 【关闭】 【返回顶部
分享到QQ空间
分享到: 
上一篇Alkeran 下一篇Actilyse infusievloeistoffen 10..

相关栏目

最新文章

图片主题

热门文章

推荐文章

相关文章

广告位