设为首页 加入收藏

TOP

Stalevo 50 mg/12,5 mg/200 mg filmomhulde tabletten
2015-01-21 15:54:42 来源: 作者: 【 】 浏览:591次 评论:0

Drug Class Description

Dopaminerg antiparkinsongeneesmiddel

Generic Name

levodopa/carbidopa/entacapon

Drug Description

Filmomhulde tabletten.Bruinachtige of grijsrode, ronde, biconvexe tabletten met aan één zijde de inscriptie 'LCE 50'.

Presentation

Elk tablet bevat 50 mg levodopa, 12,5 mg carbidopa en 200 mg entacapon.

Indications

Stalevo is geïndiceerd voor de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson en 'end-of-dose' motorische fluctuaties die niet door middel van behandeling met levodopa/dopa decarboxylase-remmer zijn gestabiliseerd.

Adult Dosage

Elk tablet kan oraal met of zonder voedsel worden ingenomen. Elk tablet bevat één behandelingsdosering en de tablet mag alleen in zijn geheel worden toegediend. De optimale dagelijkse dosering moet per patiënt door middel van een zorgvuldige titratie van levodopa worden bepaald. De dagelijkse dosering wordt bij voorkeur geoptimaliseerd met behulp van één van de drie beschikbare tabletsterktes (50/12,5/200 mg, 100/25/200 mg of 150/37,5/200 mg levodopa/carbidopa/entacapon). De patiënten moeten duidelijk de instructie krijgen dat zij per toediening van een dosis slechts één Stalevo-tablet in mogen nemen. Patiënten die minder dan 70-100 mg carbidopa per dag ontvangen hebben meer kans op misselijkheid en overgeven. Hoewel de ervaring met een totale dagelijkse dosering van meer dan 200 mg carbidopa beperkt is, is de maximaal aanbevolen dagelijkse dosis entacapon 2000 mg en daarom is de maximale dosering Stalevo 10 tabletten per dag. Gewoonlijk moet Stalevo worden gebruikt bij patiënten die momenteel met corresponderende doses levodopa/DDC-remmer met standaard afgifte en entacapon worden behandeld. Patiënten die preparaten met levodopa/DDC-remmer (carbidopa of benserazide) en entacapontabletten gebruiken over laten schakelen op Stalevo a. Patiënten die momenteel met entacapon en met levodopa/carbidopa met standaard afgifte worden behandeld in doseringen die gelijk zijn aan de tabletsterktes van Stalevo kunnen direct overstappen op de daarmee overeenkomende Stalevo-tabletten. Een patiënt die bijvoorbeeld vier maal per dag een tablet levodopa/carbidopa 50/12,5 mg met een tablet entacapon 200 mg gebruikt, kan in plaats van de gebruikelijke levodopa/carbidopa- en entacapon-doses vier maal per dag een Stalevo-tablet 50/12,5/200 mg nemen. b. Bij aanvang van de behandeling met Stalevo bij patiënten die momenteel worden behandeld met entacapon en levodopa/carbidopa in doses die niet gelijk zijn aan die van Stalevo-tabletten 50/12,5/200 mg (of 100/25/200 mg of 150/37,5/200 mg) moet de Stalevo-dosering voor een optimale klinische reactie zorgvuldig worden getitreerd. Bij de aanvang moet het gebruik van Stalevo worden aangepast zodat de dosering zo nauwkeurig mogelijk overeenkomt met de totale dagelijkse dosis levodopa die momenteel wordt gebruikt. c. Bij de aanvang van het gebruik van Stalevo bij patiënten die momenteel worden behandeld met entacapon en levodopa/benserazide in een samenstelling met standaard afgifte, kan de avond van te voren met de dosering met levodopa/benserazide worden gestopt en de volgende ochtend met Stalevo worden begonnen. Begin met een dosering Stalevo die dezelfde of een iets grotere (5-10%) hoeveelheid levodopa biedt. Patiënten die momenteel niet met entacapon worden behandeld over laten schakelen op Stalevo Bij sommige patiënten met de ziekte van Parkinson en 'end-of-dose' motorische fluctuaties die door middel van hun huidige behandeling met levodopa/DDC-remmer met standaard afgifte niet zijn gestabiliseerd, kan worden overwogen meteen met het gebruik van Stalevo te beginnen met een dosering die overeenkomt met die van de huidige behandeling. Een directe overstap van levodopa/DDC-remmer naar Stalevo wordt bij patiënten die aan dyskinesie leiden of bij wie de dagelijkse dosis levodopa boven de 800 mg ligt niet aanbevolen. Bij dergelijke patiënten is het te adviseren om de behandeling met entacapon als een aparte medicatie te introduceren (entacapontabletten) en indien nodig de levodopa-dosering aan te passen, alvorens over te stappen op Stalevo. Entacapon versterkt de werking van levodopa. Daarom kan het, met name bij patiënten met dyskinesie, noodzakelijk zijn om binnen de eerste dagen tot weken na de aanvang van de behandeling met Stalevo de dosering levodopa met 10-30% te verminderen. De dagelijkse dosis levodopa kan worden verlaagd door de doseerintervallen te verlengen en/of door de hoeveelheid levodopa per dosis te verlagen, afhankelijk van de klinische toestand van de patiënt. Aanpassing van de dosering tijdens de duur van de behandeling Indien er meer levodopa nodig is, kan een verhoging van de frequentie van de dosering en/of het gebruik van een andere sterkte van Stalevo, die binnen de aanbevelingen voor de dosering ligt, worden overwogen. Indien er minder levodopa nodig is, moet de totale dagelijkse dosis Stalevo worden verminderd door de frequentie van de toediening te verlagen door het verlengen van de tijd tussen doses of door de sterkte van Stalevo per toediening te verlagen. Indien er gelijktijdig met een Stalevo-tablet andere levodopa-producten worden gebruikt, dan moeten de aanbevelingen voor de maximale dosering worden opgevolgd. Staken van de Stalevo-therapie: Indien de behandeling met Stalevo (levodopa/carbidopa/entacapon) wordt gestaakt en de patiënt overschakelt op behandeling met levodopa/DDC-remmer zonder entacapon, dan is het voor het bereiken van een afdoende regulering van de parkinsonsymptomen noodzakelijk om de dosering van andere antiparkinsonpreparaten, met name levodopa, aan te passen. Leverfunctiestoornis: Het wordt aanbevolen Stalevo met de nodige voorzichtigheid toe te dienen bij patiënten met een lichte tot matige leverfunctiestoornis. Er kan een verlaging van de dosering nodig zijn. Nierinsufficiëntie: Nierinsufficiëntie heeft geen invloed op de farmacokinetiek van entacapon. Er zijn geen bijzondere onderzoeken gerapporteerd over de farmacokinetiek van levodopa en carbidopa bij patiënten met nierinsufficiëntie, daarom moet de Stalevo-behandeling met de nodige voorzichtigheid worden toegediend bij patiënte

Child Dosage

De veiligheid en werkzaamheid van Stalevo bij patiënten jonger dan 18 jaar is niet vastgesteld. Daarom kan het gebruik van dit geneesmiddel bij patiënten jonger dan 18 jaar niet worden aanbevolen.

Elderly Dosage

Voor oudere patiënten hoeft de dosering van Stalevo niet te worden aangepast.

Contra Indications

- Reeds bekende overgevoeligheid voor (één van) de werkzame stoffen of één van de hulpstoffen. - Ernstige leverfunctiestoornis. - Nauwehoekglaucoom. - Feochromocytoom. - Gelijktijdig gebruik van Stalevo en niet-selectieve monoamino-oxidaseremmers (MAO-A en MAO-B) (bijvoorbeeld fenelzine, tranylcypromine). - Gelijktijdig gebruik van een selectieve MAO-A-remmer plus een selectieve MAO-B-remmer (zie Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie). - Een voorgeschiedenis van het maligne neurolepticasyndroom (MNS) en/of niet-traumatische rabdomyolyse.

Special Precautions

- Stalevo mag niet worden gebruikt voor de behandeling van door geneesmiddelen geïnduceerde extrapiramidale reacties. - Stalevo-therapie moet zorgvuldig worden toegediend bij patiënten met een ernstige cardiovasculaire of pulmonale ziekte, bronchiale astma, nier-, lever- of endocriene ziekte, of een voorgeschiedenis van ulcus pepticum of van convulsies. - Bij patiënten met in de voorgeschiedenis een myocardinfarct met een residuale atriale, nodale of ventriculaire aritmie moet de hartfunctie tijdens de periode waarin de eerste dosisaanpassingen plaatsvinden bijzonder zorgvuldig worden bewaakt. - Alle patiënten die met Stalevo worden behandeld moeten zorgvuldig worden bewaakt op het ontwikkelen van mentale veranderingen, een depressie met suïcidale neigingen, en ander ernstig antisociaal gedrag. Patiënten die in het verleden een psychose hebben doorgemaakt of momenteel psychotisch zijn, moeten met de nodige voorzichtigheid worden behandeld. - Gelijktijdige toediening van antipsychotica met dopaminereceptorblokkerende eigenschappen, met name D2-receptorantagonisten, moet voorzichtig geschieden, en de patiënt moet zorgvuldig worden geobserveerd op het wegvallen van de antiparkinsonwerking en op verergering van de symptomen van de ziekte van Parkinson. - Patiënten met een chronische openhoekglaucoom kunnen met de nodige voorzichtigheid met Stalevo worden behandeld, mits de intraoculaire druk goed wordt bewaakt en de patiënt zorgvuldig wordt gecontroleerd op veranderingen in de intraoculaire druk. - Stalevo kan een orthostatische hypotensie veroorzaken. Daarom moet Stalevo met de nodige voorzichtigheid worden gegeven aan patiënten die andere geneesmiddelen gebruiken, die orthostatische hypotensie kunnen veroorzaken. - Het gebruik van entacapon in combinatie met levodopa is bij patiënten met de ziekte van Parkinson wel in verband gebracht met slaperigheid en plotseling in slaap vallen. Bij het autorijden of het bedienen van machines is voorzichtigheid dan ook geboden. - In klinisch onderzoek kwamen dopaminerge bijwerkingen, zoals dyskinesieën, bij patiënten die met entacapon en dopamineagonisten (zoals bromocriptine), selegiline of amantadine werden behandeld, méér voor dan bij patiënten die een placebo met dezelfde combinatie ontvingen. De doses van andere antiparkinsongeneesmiddelen moeten mogelijk worden aangepast, wanneer de behandeling met Stalevo in de plaats komt van de huidige behandeling bij een patiënt die momenteel niet met entacapon wordt behandeld. - In zeldzame geva llen werd rabdomyolyse als gevolg van ernstige dyskinesieën of maligne neurolepticasyndroom (MNS) waargenomen bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Daarom moet elke abrupte vermindering van de dosis of het staken van de toediening van levodopa zorgvuldig worden geobserveerd, met name bij patiënten die ook neuroleptica ontvangen. MNS, inclusief rabdomyolyse en hyperthermie, wordt gekenmerkt door motorische symptomen (rigiditeit, myoclonus, tremor), veranderingen in de mentale gesteldheid (bijvoorbeeld agitatie, verwarring, coma), hyperthermie, autonome dysfunctie (tachycardie, labiele bloeddruk) en verhoogde creatinefosfokinase in serum. In individuele geva llen is het mogelijk dat slechts enkele van deze symptomen en/of bevindingen duidelijk aanwezig zijn. De vroege diagnose is belangrijk voor een juiste behandeling van MNS. Na het plotseling staken van antiparkinsonmiddelen is een syndroom gemeld dat lijkt op het maligne neurolepticasyndroom inclusief spierrigiditeit, een verhoogde lichaamstemperatuur, mentale veranderingen en een verhoogde creatinefosfokinase in serum. Bij gecontroleerd onderzoek waarin behandeling met entacapon abrupt werd gestaakt zijn noch MNS, noch rabdomyolyse gerapporteerd in relatie tot de behandeling met entacapon. Sinds entacapon op de markt is gebracht zijn geïsoleerde geva llen van MNS gemeld, met name na abrupt verlagen of staken van entacapon en andere gelijktijdig gebruikte dopaminerge medicaties. Indien dit toch noodzakelijk wordt geacht moet de vervanging van Stalevo door levodopa en DDC-remmer zonder entacapon of een andere dopaminerge behandeling langzaam plaatsvinden en is mogelijk een verhoging van de dosering levodopa noodzakelijk. - Indien algehele anesthesie noodzakelijk is, dan kan de behandeling met Stalevo doorgaan zolang het de patiënt is toegestaan vocht en medicatie oraal in te nemen. Indien de behandeling tijdelijk is gestopt, dan kan het gebruik van Stalevo met dezelfde dagelijkse dosering worden hervat zodra weer orale medicatie kan worden ingenomen. - Het verdient aanbeveling tijdens langdurig gebruik van Stalevo periodiek de lever- en nierfunctie en de hematopoëtische en cardiovasculaire functie te controleren. - Bij patiënten die last hebben van diarree wordt aanbevolen het gewicht te blijven controleren om een mogelijk overmatig gewichtsverlies te vermijden. - Stalevo bevat sucrose en daarom mogen patiënten met zeldzame hereditaire problemen met fructose-intolerantie, glucose-galactosemalabsorptie of sucrase-isomaltase-insufficiëntie dit geneesmiddel niet gebruiken.

Interactions

Andere antiparkinsongeneesmiddelen: tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor interacties die het gelijktijdig gebruik van standaard antiparkinsongeneesmiddelen met behandeling met Stalevo uitsluiten. In een hoge dosis kan entacapon invloed uitoefenen op de resorptie van carbidopa. Er is echter bij het aanbevolen behandelingsschema geen interactie met carbidopa waargenomen (tot maximaal 10 maal daags 200 mg entacapon). Bij patiënten met de ziekte van Parkinson die met levodopa/DDC-remmer werden behandeld zijn in onderzoeken met herhaalde doses de interacties tussen entacapon en selegiline onderzocht en daarbij werd geen interactie waargenomen. Indien het samen met Stalevo wordt gebruikt, dan mag de dagelijkse dosis selegiline niet hoger zijn dan 10 mg. Er moet voorzichtigheid worden betracht als de volgende werkzame stoffen tegelijkertijd met behandeling met levodopa worden toegediend. Antihypertensiva: indien levodopa aan de behandeling van patiënten die al antihypertensiva gebruiken, wordt toegevoegd, dan kan symptomatische posturele hypotensie optreden. Er kan een aanpassing van de dosering van het antihypertensivum noodzakelijk zijn. Antidepressiva: in zeldzame geva llen zijn bijwerkingen als onder meer hypertensie en dyskinesie gerapporteerd bij gelijktijdig gebruik van tricyclische antidepressiva en levodopa/carbidopa. In onderzoeken bij gezonde proefpersonen die één enkele dosis kregen toegediend zijn de interacties tussen entacapon en imipramine en tussen entacapon en moclobemide onderzocht. Er zijn geen farmacodynamische interacties waargenomen. Een significant aantal patiënten met de ziekte van Parkinson is behandeld met een combinatie van levodopa, carbidopa en entacapon met verschillende werkzame stoffen, waaronder MAO-A-remmers, tricyclische antidepressiva, noradrenalineheropname-remmers, zoals desipramine, maprotiline en venlafaxine en geneesmiddelen die door COMT worden gemetaboliseerd (bijvoorbeeld geneesmiddelen die een catecholgroep bevatten, paroxetine). Er zijn geen farmacodynamische interacties waargenomen. Wanneer deze geneesmiddelen echter gelijktijdig met entacapon worden gebruikt is voorzichtigheid geboden (zie ook Contra-indicaties en ijzondere waarschuwingen en bijzondere voorzorgen bij gebruik). Andere werkzame stoffen: dopaminereceptorantagonisten (zoals sommige antipsychotica en antiemetica), fenytoïne en papaverine kunnen de therapeutische werking van levodopa verminderen. Patiënten die deze geneesmiddelen samen met Stalevo gebruiken, moeten zorgvuldig worden geobserveerd op een verlies van de therapeutische werking. Ten gevolge van de affiniteit van entacapon voor cytochroom P450 2C9 in vitro zou Stalevo mogelijk kunnen interfereren met werkzame stoffen waarvan het metabolisme afhankelijk is van dit iso-enzym, zoals S-warfarine. In een onderzoek bij gezonde vrijwilligers naar de interactie bleek dat entacapon geen invloed had op de plasmawaarden van S-warfarine, terwijl de AUC van Rwarfarine met gemiddeld 18% [BI90 11-26 %] toenam. De INR-waarden namen gemiddeld toe met 13% [BI90 6-19%]. Daarom wordt controle van INR aanbevolen wanneer bij patiënten die warfarine gebruiken een behandeling met Stalevo wordt gestart. Andere vormen van interactie: omdat levodopa de strijd met bepaalde aminozuren aangaat, kan de resorptie van Stalevo bij sommige patiënten met een eiwitrijk dieet worden gestoord. In het maag-darmkanaal kunnen levodopa en entacapon chelaten vormen met ijzer. Daarom moet er tussen het gebruik van Stalevo en ijzerpreparaten een interval van minimaal 2-3 uur zitten (zie Bijwerkingen). Stalevo kan worden gegeven aan patiënten met de ziekte van Parkinson die vitaminepreparaten gebruiken die pyridoxinehydrochloride (vitamine B6) bevatten. In vitro-gegevens: entacapon wordt gebonden aan humaan albumine bindingsplaats II, waaraan ook verscheidene andere geneesmiddelen worden gebonden, waaronder diazepam en ibuprofen. Volgens in vitro-onderzoek wordt bij therapeutische concentraties van het geneesmiddel geen significante verdringing verwacht. Dus zijn er tot op heden geen aanwijzingen voor dergelijke interacties. Zwangerschap en borstvoeding Er zijn onvoldoende gegevens over het gebruik van de combinatie levodopa/carbidopa/entacapon bij zwangere vrouwen. Bij dierexperimenteel onderzoek is reproductietoxiciteit van de afzonderlijke preparaten aangetoond. Het potentiële risico voor de mens is onbekend. Tijdens de zwangerschap mag Stalevo niet worden gebruikt tenzij de voordelen voor de moeder zwaarder wegen dan de mogelijke risico's voor de foetus. Levodopa wordt in de moedermelk uitgescheiden. Er zijn aanwijzingen dat de borstvoeding tijdens behandeling met levodopa wordt onderdrukt. Carbidopa en entacapon werden bij dieren in de melk uitgescheiden, maar het is niet bekend of ze ook bij mensen in de borstvoeding worden uitgescheiden. De veiligheid van het gebruik van levodopa, carbidopa of entacapon bij pasgeborenen is niet bekend. Tijdens de behandeling met Stalevo mogen vrouwen geen borstvoeding geven.

Adverse Reactions

In de volgende paragraaf worden de bijwerkingen beschreven die zijn gerapporteerd voor levodopa/carbidopa en voor entacapon indien dit in combinatie met levodopa/DDC-remmer wordt gebruikt. Levodopa/carbidopa Bijwerkingen die frequent optreden bij het gebruik van levodopa/carbidopa zijn de bijwerkingen die het gevolg zijn van de centrale neurofarmacologische werking van dopamine. Deze bijwerkingen nemen bij het verlagen van de dosering levodopa gewoonlijk af. De meest voorkomende bijwerkingen zijn dyskinesie inclusief choreiforme, dystonische en andere onwillekeurige bewegingen. Spiertrekkingen en blefarospasme kunnen worden opgevat als vroege aanwijzingen om de dosering van levodopa te verminderen. Misselijkheid, wat ook in verband staat met een verhoogde centrale dopaminerge activiteit, is een vaak voorkomende bijwerking van levodopa/carbidopa. Andere bijwerkingen die samenhangen met de behandeling met levodopa/carbidopa zijn mentale veranderingen, inclusief paranoïde ideatie en psychotische episodes, depressie, met of zonder het ontwikkelen van suïcidale neigingen en cognitieve dysfunctie. Het toevoegen van entacapon aan de behandeling met levodopa/DDC-remmer (carbidopa of benserazide), dat wil zeggen de aanvang van de behandeling met Stalevo bij een patiënt die nog niet eerder entacapon heeft gebruikt, kan sommige van deze mentale veranderingen versterken. Minder frequent voorkomende bijwerkingen van de behandeling met levodopa/carbidopa zijn een onregelmatig hartritme en/of hartkloppingen, episodes met orthostatische hypotensie, bradykinetische episodes (het 'on-off'-fenomeen), anorexia, overgeven, duizeligheid en slaperigheid. Maag-darmbloedingen, het ontwikkelen van een ulcus duodeni, hypertensie, flebitis, leukopenie, hemolytische en niet-hemolytische anemie, trombocytopenie, agranulocytose, pijn op de borst, dyspneu en paresthesie zijn bij het gebruik van levodopa/carbidopa slecht zelden opgetreden. In zeldzame geva llen zijn bij het gebruik van levodopa/carbidopa convulsies opgetreden; een oorzakelijk verband met behandeling met levodopa/carbidopa is niet vastgesteld. Andere bijwerkingen die bij het gebruik van levodopa zijn gerapporteerd en daarom mogelijk ook tot de bijwerkingen van Stalevo behoren, zijn onder meer: Metabole en voedingsaandoeningen: gewichtstoename of –verlies, oedeem. Psychiatrische stoornissen: verwarring, slapeloosheid, nachtmerries, hallucinaties, wanen, agitatie, angst, euforie. Aandoeningen van het zenuwstelsel: ataxie, ongevoeligheid, toename handtremor, spiertrekkingen, spierkramp, trismus, activatie van latent aanwezig syndroom van Horner. Ook vallen en afwijkingen aan de manier van lopen zijn mogelijke bijwerkingen. Oogaandoeningen: diplopie, wazig zien, gedilateerde pupillen, oculogyrische crisis. Stoornissen van het maag-darmkanaal: droge mond, bittere smaak in de mond, sialorroe, dysfagie, bruxisme, de hik, pijn in en last van de buik, obstipatie, diarree, flatulentie, brandend gevoel van de tong. Aandoeningen van de huid en het subcutaan weefsel: blozen, toegenomen transpiratie, donker transpiratievocht, uitslag, haaruitval. Nier- en urinewegstoornissen: urineretentie, urine-incontinentie, donkere urine, priapisme. Allerlei: zwakte, flauwte, vermoeidheid, hoofdpijn, heesheid, malaise, opvliegers, gevoel van stimulatie, bizarre ademhalingspatronen, maligne neuroleptisch syndroom, maligne melanoom. Entacapon De meest frequent voorkomende bijwerkingen die door entacapon worden veroorzaakt hangen samen met de verhoogde dopaminerge activiteit en deze bijwerkingen treden het vaakst bij de aanvang van de behandeling op. De ernst en frequentie van de bijwerkingen nemen af indien de dosering levodopa wordt verlaagd. De andere voornaamste categorie bijwerkingen bestaat uit maag-darmklachten, waaronder misselijkheid, braken, buikpijn, obstipatie en diarree. De urine kan door entacapon roodachtig-bruin verkleuren, maar dit is een onschuldig verschijnsel. De volgende bijwerkingen, hierna vermeld in Tabel 1, werden zowel uit klinisch onderzoek met entacapon als sinds de introductie van entacapon op de markt voor het gecombineerde gebruik van entacapon met levodopa/DDC-remmer verzameld. Tabel 1. Bijwerkingen Psychiatrische stoornissen Vaak: Slapeloosheid, hallucinaties, verwarring, paroniria Zeer zelden: Agitatie Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak: Dyskinesie Vaak: Verslechterd parkinsonisme, duizeligheid, dystonie, hyperkinesie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak: Misselijkheid Vaak: Diarree, buikpijn, droge mond, obstipatie, braken Zeer zelden: Anorexia Lever- en galaandoeningen Zelden: Afwijkende leverfunctietests Huid- en onderhuidaandoeningen Zelden: Erythemateuze of maculopapulaire huiduitslag Zeer zelden: Urticaria Nier- en urinewegaandoeningen Zeer vaak: Verkleuring van de urine Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak: Vermoeidheid, verhoogde transpiratie Zeer zelden: Gewichtsverlies Secundaire omstandigheden - voorvallen Vaak: Vallen *De bijwerkingen worden in volgorde van frequentie gerangschikt, waarbij de meest frequente eerst wordt genoemd, waarbij gebruik wordt gemaakt van de volgende regel: Zeer vaak (> 1/10); vaak (> 1/100, < 1/10); af en toe (> 1/1000, < 1/100); zelden (> 1/10000, < 1/1000); zeer zelden (< 1/10000), inclusief geïsoleerde geva llen. Er zijn geïsoleerde geva llen van hepatitis met cholestatische kenmerken gemeld. Entacapon in combinatie met levodopa werd geassocieerd met geïsoleerde geva llen van buitengewone slaperigheid overdag en plotselinge slaapaanvallen. Na abrupt verlagen of staken van entacapon en andere dopaminerge medicaties zijn geïsoleerde geva llen van MNS gemeld. Er zijn geïsoleerde geva llen van rabdomyolyse gemeld. Laboratoriumonderzoek: De volgende laboratoriumafwijkingen zijn bij behandeling met levodopa/carbidopa gemeld en daarom moet er bij het behandelen van patiënten met Stalevo rekening mee worden gehouden: Gewoonlijk zijn de spiegels voor het ureumgehalte in het bloed, creatinine en urinezuur tijdens toediening van levodopa/carbidopa lager dan met alleen levodopa. Afwijkingen van voorbijgaande aard zijn onder meer verhoogde waarden voor het ureumgehalte van het bloed, AST (SGOT), ALT (SGPT), LDH, bilirubine en alkalinefosfatase. Er zijn lagere waarden voor hemoglobine en hematocriet, en verhoogde waarden voor glucose in serum en witte bloedcellen, bacteriën en bloed in de urine gerapporteerd. Ook zijn er positieve Coombs-tests gemeld, zowel bij levodopa/carbidopa als alleen bij levodopa, maar hemolytische anemie komt slechts uiterst zelden voor. Levodopa/carbidopa kan vals-positieve uitslagen geven als een dipstick wordt gebruikt voor het testen van ketonen in urine; en deze reactie verandert niet als het urinemonster wordt gekookt. Het gebruik van glucose-oxidasemethoden kan vals-negatieve uitslagen voor glycosuria geven.

Manufacturer

Orion Pharma 
以下是“全球医药”详细资料
Tags: 责任编辑:admin
】【打印繁体】【投稿】【收藏】 【推荐】【举报】【评论】 【关闭】 【返回顶部
分享到QQ空间
分享到: 
上一篇Stalevo 100 mg/25 mg/200 mg fil.. 下一篇Stalevo 150 mg/37,5 mg/200 mg f..

相关栏目

最新文章

图片主题

热门文章

推荐文章

相关文章

广告位